Door op 5 juni 2016

Sociaal woonbeleid? 

De Woonbond wijst met enige regelmaat op het nijpende tekort aan betaalbare sociale huurwoningen. Ook elders in het land klinken die geluiden steeds vaker. Dat leidt in sommige gemeenten tot een bijstelling van beleid: waar men het goedkopere deel van de sociale woningvoorraad eerst wilde inkrimpen, blijft dit nu op peil of worden er woningen bijgebouwd.

Onlangs hebben het college en Woonvisie nieuwe prestatieafspraken met elkaar gemaakt, onder andere over het aantal sociale huurwoningen voor de verschillende inkomensgroepen. Je zou denken: de ideale gelegenheid om ook in Ridderkerk de sociale woningvoorraad op peil te houden en daarmee de druk op de sociale woningmarkt wat weg te nemen.
 
Het college en een raadsmeerderheid houden echter vast aan hun ‘ambitie’ om de totale sociale woningvoorraad verder te verminderen; van 8400 woningen in 2010 naar 6700 in 2020. Dat zijn 1700 woningen minder (!). 
Met name in het goedkopere deel van de voorraad worden woningen geschrapt. Dat wordt duidelijk zichtbaar bij de verschillende herstructureringsprojecten. Het aantal woningen dat wordt gesloopt, is groter dan het aantal dat wordt teruggebouwd. Bovendien verdwijnen de woningen met een huur tussen de € 300 en 500. Daarvoor in de plaats komen voornamelijk woningen met een huur van rond de € 700. 
 
Het college verdedigt het inkrimpen van de sociale voorraad door te stellen dat dit nodig is voor een gezonde bevolkingsopbouw. Uit een lokaal woningonderzoek blijkt dat een grote groep Ridderkerkers vooral behoefte heeft aan huurwoningen met een huur van € 500 of minder. In de prestatieafspraken zelf wordt opgemerkt dat de komende jaren meer mensen als gevolg van inkomensdaling op het goedkopere deel van de voorraad zullen zijn aangewezen. 
In Ridderkerk is een en een blijkbaar geen twee.