Door op 21 september 2015

Raadsbijdrage: traag college neemt bewust risico om boete te moeten betalen

Dank u wel voorzitter.

Lang verwacht, niet meer gedacht en toch gekregen. Dat was mijn eerste gedachte toen ik de raadsvoorstellen ter voorbereiding op de commissievergaderingen een aantal weken geleden voor het eerst doornam, en ik daartussen dan eindelijk het voorstel van het college aantrof om te voldoen aan de verplichtingen van de Wet markt en overheid.

Een kleine opfrisser: de Wet markt en overheid is op 1 januari 2012 in werking getreden en heeft, kort gezegd, tot doel om oneerlijke concurrentie van de overheid met het (lokale) bedrijfsleven tegen te gaan. De wet bepaalt daartoe dat gemeenten voor de goederen en diensten die zij aanbieden de integrale kostprijs in rekening moeten brengen. Het is echter mogelijk om activiteiten die plaatsvinden in het kader van het algemeen belang van de werking van de wet uit te zonderen, zoals de verhuur van (sport)accommodaties en antikraak.

De wet moest op 1 juli 2014, na een overgangsperiode van twee jaar (!), door gemeenten worden toegepast. De PvdA Ridderkerk heeft het college hier voor en na de genoemde datum herhaaldelijk opgewezen: in raads- en commissievergaderingen, tijdens schriftelijke vragenrondes en zelfs in de column Buiten de raad gesproken. Maar een mammoettanker is makkelijker in beweging te krijgen. En dat terwijl heel veel gemeenten wel tijdig aan hun verplichting hebben voldaan en ook Europa Decentraal gemeenten kan helpen met de toepassing van Europese regelgeving.

In de vergadering van de commissie Leven heeft de wethouder aangegeven dat de ACM nog geen dwangsom heeft opgelegd aan gemeenten die de wet niet hebben nageleefd. Maar de toepassing van wet- en regelgeving zou in onze ogen niet afhankelijk moeten zijn van de vraag of wel of niet een dwangsom wordt opgelegd. Het zou wel heel wrang zijn geweest als achteraf was gebleken dat het college een misrekening had gemaakt en de gemeente een dwangsom had moeten betalen. Zeker als je bedenkt dat een subsidie van € 3000 voor de Kledingbank knarsetandend is verstrekt onder de voorwaarde dat het de allerlaatste keer zou zijn.

Vragen aan de wethouder:

  • Wat is de reden dat het college de Wet markt en overheid niet tijdig heeft toegepast en nu meer dan een jaar later met een voorstel aan de raad komt?
  • Welke stappen gaat het college nemen om te voorkomen dat in de toekomst weer niet tijdig aan de wet- en regelgeving wordt voldaan?

Dank u wel.