Konijnen bestrijden: schieten of vangen?
Wilde konijnen kunnen soms flinke schade veroorzaken, bijvoorbeeld op begraafplaatsen of sportparken. Van een gemeente worden dan (terecht) maatregelen verwacht om een einde te maken aan de overlast. In het recente verleden kozen veel gemeenten ervoor om op konijnen te laten jagen. Tegenwoordig proberen echter steeds meer gemeenten om de overlast op een diervriendelijke manier te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door konijnen te vangen, door het gebruik van geurkorrels of door het aanleggen van takkenhopen, waarin de natuurlijke vijanden van het konijn zoals de marter en de hermelijn zich schuilhouden.
Ook in Ridderkerk veroorzaken wilde konijnen schade. In onze gemeente zijn in 2015 45 konijnen afgeschoten op sportparken en 21 op begraafplaatsen. Dat zijn geen enorme aantallen. Het doet de vraag rijzen of de overlast van deze dieren niet op een diervriendelijke manier had kunnen worden voorkomen. Dit jaar kiest het college ervoor het eerst voor om konijnen op een diervriendelijke manier te bestrijden. Zo wil het rouwboeketten besproeien met een konijnenafwerend middel en een proef starten met de aanleg van takkenhopen. Maar tegelijkertijd wil het doorgaan met het laten jagen op konijnen. Hoe kan de effectiviteit van de nieuwe maatregelen dan worden gemeten?
Daarnaast is het opvallend dat in Ridderkerk vooralsnog niet wordt gekozen voor het vangen van konijnen. Het Zuid-Hollands Landschap is daar een groot voorstander van, omdat de konijnen op andere locaties dan weer kunnen worden uitgezet. Op een aantal plekken in onze provincie zijn te weinig konijnen, waaronder in de duinen. Dat heeft gevolgen voor de plantengroei en daarmee voor andere dieren. De PvdA Ridderkerk ziet daarom graag dat het college in overleg met partijen als de Dierenbescherming inzet op het vangen van konijnen. Dat sluit ook aan bij de in de nota Dierenwelzijnsbeleid neergelegde uitgangspunten.