16 juni 2016

PvdA Ridderkerk | Vragen en antwoorden opvang Vluchtelingen

Alle mensen zijn van waarde!
Ridderkerk heeft voor dit jaar de opdracht om 127 vluchtelingen op te vangen, bijna 50 meer dan vorig jaar. Het zijn mensen die asiel hebben aangevraagd, de procedure hebben doorlopen en nu een (tijdelijke) vergunning hebben om in Nederland te blijven.
De PvdA heeft vragen gesteld over de opvang van 50 -vooral alleenstaanden- op twee locaties in Ridderkerk, op de Windmolen en bij de Aldi.

Ridderkerkers zijn meestal vrij nuchter en behulpzaam. Ook nu. Er zijn wel zorgen geuit, waar naar onze mening het gemeentebestuur zorgvuldig mee om moet gaan. Het gemeentebestuur is er voor nieuwe maar zeker ook voor al aanwezige inwoners in de wijk. Horen is onvoldoende, luisteren beter en wanneer mogelijk zorgen wegnemen.

PvdA Ridderkerk Vragen en antwoorden opvang Vluchtelingen.

1. Welke locaties zijn in Ridderkerk bekeken? Waarom is gekozen voor deze twee locaties (criteria)?

Naar aanleiding de motie van 10 september is er een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke locaties binnen de gemeente Ridderkerk die eigendom zijn van de gemeente. Hierbij is er zowel gekeken naar leegstaande gebouwen als naar locaties om te (her)ontwikkelen. Op basis van een aantal criteria is in overleg met Woonvisie tot deze twee voorgedragen locaties gekomen. Deze criteria waren de planning, de te doorlopen procedures, de kosten, de ruimtelijke inpasbaarheid, de bereikbaarheid (voorzieningen) en de (sociale) infrastructuur.

2. Op welke manier wordt de begeleiding èn dagbesteding georganiseerd, door wie, voor hoeveel uur per dag en voor hoeveel dagen in de week?

Er wordt geen dagbesteding georganiseerd. Het zijn zelfstandige Ridderkerkers, die zelf hun dag indelen. Omdat deze mensen deel gaan uitmaken van de Ridderkerkers maatschappij zullen ze twee à drie dagdelen per week naar een inburgeringscursus gaan. De vergunninghouder is zelf verantwoordelijk voor het behalen van het inburgeringsexamen.
Als de inburgeraar een paar maanden op school zit wordt hij gekoppeld aan een taalcoach via VluchtelingenWerk. Deze ontmoeting is wekelijks en duurt ongeveer 2 uur per keer. Verder heeft VluchtelingenWerk ook een Buddy project waarbij vergunninghouders wegwijs worden gemaakt in de directe woonomgeving.

Daarnaast is het doel van de gemeente Ridderkerk deze mensen zo snel mogelijk te helpen naar werk, betaald/onbetaald. Zo krijgen een aantal vergunninghouders een leer-werktraject aangeboden bij bijv. de buitendienst van de BAR-organisatie. Vergunninghouders hebben na een bepaalde periode dezelfde verplichtingen als andere werkzoekenden met een uitkering, als het gaat om inzet om een baan te vinden. Vanuit Vluchtelingenwerk kan hiervoor ook een jobcoach worden ingezet.

Het voornemen is om op beide locaties een begeleidingsteam te zetten waar onder andere de gemeente, VluchtelingenWerk en Woonvisie in participeren. Hier kunnen omwonenden met eventuele zorgen en signalen terecht.

3. Ridderkerk heeft een rijksopgave voor opvang van 54 statushouders in eerste semester 2016 en 64 in tweede semester 2016. In 2015 was de opgave totaal ca 80 personen, waarvan nog 11 niet geplaatst zijn, die opgeteld moeten worden bij het totaal van 2016. Dat resulteert in een totaal van 129 voor 2016. Voorgesteld wordt om op twee locaties ca 50 statushouders te huisvesten. Komt de opvang van 50 statushouders bovenop het totaal van 129 of maken zij onderdeel uit van de groep van 129?

Deze maken deel uit van de taakstelling.

4. Statushouders hebben een inkomen op bijstandsniveau.

• Hoeveel sociale huurwoningen komen per jaar opnieuw in de verhuur?

In Ridderkerk komen jaarlijks gemiddeld 500 woningen opnieuw in de verhuur.

• Hoeveel woningen kunnen daarvan passend worden toegewezen aan een huishouden op bijstandsniveau?

In de regelgeving is opgenomen dat aan minimaal 95% van de huishoudens een passende woning moet worden toegewezen. Tot nu toe heeft Woonvisie 98% passend kunnen toewijzen.

• Wordt bij het toewijzen van huurwoningen ook het mogen toewijzen van 25% naar lokaal maatwerk gebruik gemaakt? Is dat alleen voor Ridderkerkers?

Op dit moment wordt 40% van de woningen toegewezen aan Ridderkerkers.

5. Groep. wat is uw verwachting van de kenmerken van de statushoudersgroep 2016?

• In de gemeente wordt gesproken over voornamelijk alleenstaande mannen uit Syrië en Eritrea. Klopt dit beeld?

De gemeente krijgt van het COA de vergunninghouders toegewezen. Hier heeft de gemeente geen invloed op. In het algemeen zien we dat op dit moment van alle mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen zo’n 80% mannen zijn die alleen naar Nederland zijn gereisd (deels wachtend op gezinshereniging). Deze mannen zijn voornamelijk afkomstig uit Syrie en Eritrea.

6. Uitnodigingen beleid. er is onbegrip in de gemeente over het uitnodigingen beleid voor de eerste informatieavonden. Zo werd het ene huis wel uitgenodigd en het andere huis niet. Inwoners in Drievliet ontvingen een uitnodiging die gekopieerd bleek maar wel in een gemeente-envelop in de bus lag. Graag uw motivering over de uitnodigingen grens die getrokken is rondom de locaties.

Wij hebben gemeend alleen de direct aangrenzende omwonenden (van 18 jaar en ouder) uit te nodigen voor de inloopavonden. Daarbij hebben we ervoor gekozen om geen woningblokken te splitsen.

7. Inwoners van Ridderkerk maken donderdag gebruik van hun spreekrecht. Kunt u helder aangeven op welke momenten inwoners nog meer invloed kunnen uitoefenen op het besluit? Bijv sommige mensen willen bezwaar aantekenen maar dat kan pas bij een formeel besluit. Welke besluiten moeten wanneer worden genomen, door gemeenteraad of door college, om huisvesting op die locaties mogelijk te maken? Op welke manier kunnen inwoners daarin worden betrokken?

Voorafgaand aan de raadsvergadering praat de raadscommissie Samen Leven over het plan. Dat gebeurt op donderdag 9 juni 2016 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis aan het Koningsplein. De vergadering is openbaar. Inwoners kunnen bij het begin van de vergadering inspreken.

De gemeenteraad neemt 30 juni een besluit. Vervolgens worden de plannen gereed gemaakt voor de aanvraag van de omgevingsvergunning. Inbreng van omwonenden kan hierin worden meegenomen. Na het verlenen van de omgevingsvergunning gaat de reguliere bezwaarperiode in en kunnen de omwonenden hier bezwaar tegen maken.

8. Procedures

• Het is de intentie dat de tijdelijke omgevingsvergunningsprocedures snel wordt ingezet. Betekent dit dat inzage en reactietermijnen totaal of deels in de zomervakantie gaan vallen?

De bezwaarperiode kan een deel in de zomervakantie plaatsvinden, dit is afhankelijk van hoe
snel de planvorming gereed is. Een deel van de bezwaarperiode zal in ieder geval buiten de
zomervakantie vallen om zo de omwonenden tegemoet te komen.

• Er wordt gesproken door inwoners over compensatie over planschade. Onder welke voorwaarden kan in dit proces planschade worden toegekend?

Omdat we bij de locatie Windmolen een omgevingsvergunning voor het gewijzigde gebruik van het bestaande schoolgebouw gaan doorlopen bestaat de mogelijkheid om planschade aan te vragen. Hierbij is er sprake van een financiële vergoeding van 300 euro voor rekening van de
aanvrager welke betaald moet zijn voordat deze aanvraag in behandeling wordt genomen. Bij het toekennen van de planschade wordt dit bedrag weer gecompenseerd. Bij beoordeling voor planschade spelen ruimtelijke aspecten als uitzicht, privacy, geluid en verkeer een rol. Een onafhankelijk instituut geeft daarover advies. Bij de locatie Prunusplantsoen past de tijdelijke huisvesting binnen het vigerende bestemmingsplan. Hiervoor is de planschade regeling dus niet van toepassing.

• Er moet een ontheffingstermijn worden vastgesteld door de gemeenteraad. Waarom is deze gesteld op 10 jaar?

Door een wijziging in het Besluit omgevingsrecht is het tegenwoordig mogelijk om een tijdelijke omgevingsvergunning van max. 10 jaar te verstrekken. Het college van B en W moet binnen 8 weken beslissen op een aanvraag, niet de gemeenteraad. Met Woonvisie is besloten om deze maximale termijn toe te passen vanwege de ernst van de problematiek en de hoogte van de benodigde investeringen.